Doorwerken na je pensioen: 5 handige tips

Je pensioen kán natuurlijk bestaan uit reizen, tuinieren en lezen. Toch besluiten steeds meer mensen om door te werken nadat ze de pensioenleeftijd gepasseerd zijn. Dat heeft een hoop voordelen: je verdient zo niet alleen extra geld, het zorgt ook voor ritme in je dag en week. Er zijn wel wat zaken waar je rekening mee moet houden als je wilt blijven werken na je pensioen. Wij zetten ze voor je op een rijtje.

1. Overleg het op tijd
In de meeste cao’s of arbeidsovereenkomsten staat dat je contract eindigt als je de AOW-leeftijd bereikt. Is dat het geval, maar wil je toch graag doorwerken? Overleg dan tijdig met je werkgever over een nieuw contract. Staat er in je cao niets over beëindiging van het dienstverband bij de AOW-leeftijd? Dan loopt je bestaande contract in principe gewoon door, tenzij de werkgever het contract opzegt wanneer je de AOW-leeftijd bereikt – dit kan eenmalig wat makkelijker, maar alleen rond het moment dat je de AOW-leeftijd bereikt.

2. Let op speciale regels
Vanaf je AOW-leeftijd gelden speciale regels. Ontslag hoeft niet preventief getoetst te worden bij het UWV of de rechter, en de opzegtermijn is maar één maand. Ben je de overeenkomst na je AOW-leeftijd pas aangegaan? Dan geldt het ‘gewone’ ontslagrecht, met uitzondering van een aantal bijzondere voorwaarden. Je kunt bijvoorbeeld bij je werkgever aangeven dat je meer of minder uren wilt werken. Hier kan je werkgever op ingaan, maar dit hoeft niet.

3. Hou je rechten als werknemer in de gaten
Ook al hoef je niet meer te werken, je hebt nog steeds recht op het minimumloon en minimumvakantietoeslag. Word je ziek? Dan heb je recht op maximaal 6 weken loondoorbetaling. Je werkgever hoeft vanaf je AOW-leeftijd veel premies niet meer te betalen. Hierdoor ben je niet meer verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. En word je ontslagen? Dan heb je ook geen recht op een transitievergoeding. Doordat je minder belasting en premies betaalt, ben je zelf voordeliger uit en ben je voor de werkgever ook een financieel aantrekkelijke werknemer.

4. Zorg voor extra inkomen
Meestal krijg je vanaf je AOW-leeftijd twee uitkeringen: de AOW-uitkering en de aanvullende bedrijfspensioenuitkering. De eerste is een basispensioen van de Rijksoverheid, dat krijgt iedereen die in Nederland heeft gewoond. Heb je in het buitenland gewoond, dan kan dit van invloed zijn op de hoogte van je AOW. Een bedrijfspensioen krijg je als jij hebt deelgenomen aan een pensioenregeling bij een pensioenfonds of verzekeraar. Heb je bij meerdere werkgevers pensioen opgebouwd? Dan kan het zijn dat je meerdere bedrijfspensioenen ontvangt.

Verdien je vanaf je AOW-leeftijd ook nog een salaris? Dan blijf je de AOW- en pensioenuitkeringen gewoon ontvangen. De hoogte blijft hetzelfde. De AOW-uitkering gaat in vanaf je AOW-gerechtigde leeftijd. Je aanvullende pensioenuitkering kun je vaak uitstellen of eerder in laten gaan. Bij uitstellen krijg je later een hogere uitkering. Laat je het eerder ingaan, dan krijg je maandelijks een lagere pensioenuitkering

5. Voorkom dat je belasting bij moet betalen
Vanaf je AOW-leeftijd betaal je een lager belastingtarief en minder premies. Hierdoor hou je netto meer over van hetzelfde bruto-inkomen. Krijg je loon, een AOW- én een pensioenuitkering? Let dan goed op: het is mogelijk dat je te weinig belasting betaalt, en dat je moet bijbetalen na je aanslag. Daarnaast wordt de fiscale ouderenkorting bij een inkomen vanaf € 44.770 stapsgewijs afgebouwd tot € 0 bij een inkomen van € 58.170. Vul een voorlopige aanslag in om te voorkomen dat je ineens moet bijbetalen. Zorg er ook voor dat je loonheffingskorting maar met één inkomen wordt verrekend.

Meer weten

Heb je hier nog vragen over? Neem gerust contact met ons op, de ervaren professionals van ons Service Center staan voor je klaar. We zijn elke werkdag van 8.30 tot 17.00 uur bereikbaar via sc@unie.nl en 0345 851 963.