
Het nabestaandenpensioen regelt een uitkering voor je partner en/of kinderen als jij komt te overlijden. Dit kan in de vorm van een levensverzekering of een nabestaandenuitkering. Nu komt het nog weleens voor dat nabestaanden financiële zorgen krijgen na je overlijden, omdat hun recht op een nabestaandenuitkering vervalt als je stopt met werken. In het nieuwe pensioenstelsel wordt dit beter geregeld. Hoe? Dat leggen we hieronder beknopt uit.
Vormen van nabestaandenpensioen
Zo’n nabestaandenpensioen bestaat in twee vormen. Die behandelen we hieronder kort.
1. Levensverzekering
Een levensverzekering sluit je meestal zelf af. In je verzekeringspolis geef je aan wie de begunstigde is en tegen welke voorwaarden een uitkering plaatsvindt. De verzekering keert uit aan de nabestaande(n) die jij hebt gekozen – een eenmalig bedrag of een maandelijkse uitkering (lijfrente).
2. Nabestaandenuitkering
Een nabestaandenuitkering loopt via je werknemerspensioen en kan geregeld zijn op twee manieren: op risico- of opbouwbasis. Heb je een regeling op risicobasis? Dan krijgt je partner een uitkering bij jouw overlijden, zo lang je bij je werkgever in dienst bent. Je nabestaanden hebben geen recht meer op een uitkering als je dienstverband stopt. Bij een regeling op opbouwbasis – of een combinatie van de twee vormen – is dat niet zo: je bent tijdens je werk verzekerd voor het overlijdensrisico en daarnaast bouw je een nabestaandenpensioen op. Die opbouw blijft staan als je uit dienst gaat en wordt uitgekeerd als je overlijdt. Hoe meer je hebt opgebouwd, hoe hoger de uitkering.
Risico
We zien dat het nu vaak misgaat met zo’n risicoverzekering. Nabestaanden rekenen op een uitkering na je overlijden, maar hebben daar geen recht meer op nadat je bent gestopt met werken. Dat leidt tot grote teleurstellingen: er is niet alleen een geliefde overleden, maar ze hebben ook ineens financiële zorgen.
Verbetervoorstellen voor nieuw pensioenstelsel
De Stichting van de Arbeid (STAR) heeft dat ook geconstateerd, en daarom een advies uitgebracht voor verbetering van het nabestaandenpensioen in het nieuwe pensioenstelsel. Minister Koolmees heeft het STAR-advies overgenomen en wil het – met enkele aanpassingen en aanvullingen – vanaf 1 januari 2022 in laten gaan. De invulling ligt nog niet helemaal vast. Hoe het nieuwe nabestaandenpensioen er in grote lijnen uit gaat zien, leggen we hieronder kort uit.
Als je overlijdt voor je pensioen
Er komt een nabestaandenregeling op risicobasis. De uitkering voor je partner is maximaal 50 procent van het gehele salaris, deze krijgt hij/zij levenslang en naast het eigen pensioen en eigen AOW. Daarnaast krijgen je kinderen tot hun 25ste maximaal 20 procent van je salaris.
Deze nabestaandenregeling stopt niet gelijk als je dienstverband eindigt. Hij loopt door tijdens de WW en tussen twee banen, waarschijnlijk met een nawerking van enkele maanden – daarna word je wel geacht weer werk te vinden. Kom je te overlijden tijdens deze periode? Dan houden je partner en kinderen recht op een uitkering. En dat is een grote verbetering ten opzichte van de huidige situatie.
Er wordt nog gekeken hoe de regeling moet werken voor mensen die voorafgaand aan hun overlijden vervroegd uit dienst moeten, zoals chronisch en ernstig zieke mensen. Minister Koolmees heeft toegezegd daar nog goed naar te kijken. Daarnaast worden er verbetervoorstellen overgenomen op het gebied van meer uniformiteit en een goede partnerdefinitie.
Als je overlijdt na je pensioen
Nu bouw je in veel pensioenregelingen een kapitaal op voor een nabestaandenpensioen. Dit wordt uitgekeerd aan je nabestaanden als je overlijdt na je pensioendatum. De STAR adviseert om dit systeem te volgen in alle pensioenregelingen. Ook dit advies is overgenomen in het pensioenakkoord. Voor de invulling van deze regeling heeft de STAR voorgesteld om aansluiting te zoeken bij een regeling die nu vaak voorkomt: een nabestaandenregeling op opbouwbasis vanaf je gekozen pensioneringsdatum – en dus niet je AOW-leeftijd. Overlijd je na die datum, dan krijgt je partner volgens deze regeling maximaal 70 procent van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd. Uiteindelijk moeten de sociale partners samen voor elke afzonderlijke pensioenregeling besluiten of ze dit advies gaan volgen.
Verschillen
Wat je nabestaanden in het nieuwe stelsel krijgen na jouw overlijden, hangt dus grotendeels af van het moment van overlijden. Vóór je pensioen krijgt je partner levenslang maximaal 50 procent van je laatstverdiende salaris, na je pensioneringsdatum krijgt hij/zij maximaal 70 procent van je opgebouwde ouderdomspensioen. En daar kan een groot verschil tussen zitten. Bovendien: naast de ‘maximaal 50 procent-regeling’ heb je wellicht voor je overlijden al een deel nabestaandenpensioen opgebouwd. Dit gaat niet verloren en wordt dan ook uitgekeerd aan je partner.
Uitwerking
Er is nog veel onduidelijkheid over de precieze invulling van het nieuwe pensioenstelsel. Zo ook op het gebied van het nabestaandenpensioen. Zo weten we bijvoorbeeld nog niet hoe het zit met de relatie met de Algemene Nabestaandenwet (ANW-regeling), eventuele indexatie, gevolgen van echtscheidingen en financieringsvraagstukken. 1 januari 2022 blijft een erg ambitieuze streefdatum, maar gezien de voorgestelde verbeteringen zetten wij alle zeilen bij om mee te werken aan dit nieuwe stelsel. Eentje waarin het persoonlijk leed niet wordt aangevuld met veel extra financieel leed.
Meer weten
Heb je vragen over het nabestaandenpensioen, het nieuwe pensioenstelsel of dit artikel? Neem gerust contact met ons op. Ons Service Center is elke werkdag bereikbaar van 8.00 tot 18.00 uur via sc@unie.nl en 0345 851 963.
Meer nieuws ontvangen?
Ben je geen lid van De Unie, maar wil je wel graag updates ontvangen over werk, zorg en inkomen? Meld je dan aan als volger van De Unie via onze website.
[print_link]