
Als je ziek bent, moet je gaan re-integreren: een gedeelde verantwoordelijkheid van jou, je werkgever en de arbodienst of -arts. Samen kijken jullie hoe en wanneer je weer aan het werk kunt. Alle partijen hebben verplichtingen tijdens de eerste twee jaar van jouw ziekte- en re-integratietraject – de periode waarin je werkgever je loon moet doorbetalen. De stappen en plichten staan vastgelegd in de Wet verbetering poortwachter.
Het eerste ziektejaar (weken 1 tot en met 52)
- Binnen één week na je ziekmelding moet je werkgever aan de arbodienst of bedrijfsarts melden dat je ziek bent.
- Ben je zes weken ziek, dan moet de arbodienst of bedrijfsarts een probleemanalyse maken. Hierin staat waarom je niet meer kunt werken, wat je herstelmogelijkheden zijn en wanneer je denkt weer te kunnen werken.
- Binnen acht weken na je ziekmelding óf uiterlijk twee weken na de probleemanalyse stel je samen met je werkgever een plan van aanpak (PvA) op. Hierin staat wat jullie gaan doen om jou weer aan het werk te krijgen.
- Is er sprake van dreigend langdurig verzuim? Dan moet je werkgever een re-integratiedossier bijhouden. Hierin staat het verloop van de ziekte en alle activiteiten die je werkgever en jij hebben ondernemen om een terugkeer naar werk mogelijk te maken. Het PvA is ook een onderdeel van dit dossier.
- Iedere zes weken bespreek je de voortgang met je werkgever.
- Je werkgever en jij kiezen samen een casemanager, die de uitvoering van het PvA begeleidt en controleert.
- In week 42 meldt je werkgever jou ziek bij het UWV.
- Tussen weken 46 en 52 vindt de eerstejaarsevaluatie plaats. Je werkgever en jij evalueren het afgelopen jaar. Samen bepalen jullie het re-integratiedoel voor het tweede jaar en hoe jullie dat bereiken.
Het tweede ziektejaar (weken 53 tot en met 104)
- Ben je na 80 weken nog niet volledig aan het werk? Dan stelt je werkgever in overleg met jou een re-integratieverslag op. Hierin staan alle afspraken en concrete resultaten van de geplande werkhervatting.
- Hebben de inspanningen er niet toe geleid dat je weer kunt werken? Dan krijg je van het UWV in week 87 een aanvraagformulier voor een WIA, een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit formulier moet je binnen drie weken terugsturen naar het UWV. Het UWV beoordeelt vervolgens het re-integratieverslag en voert een WIA-keuring uit.
Wat als je niet genoeg meewerkt aan je re-integratie?
Als je werkgever vindt dat je niet voldoende meewerkt, kan hij je loon opschorten of stopzetten. Loonopschorting kan dienen als drukmiddel wanneer je de controlevoorschriften niet naleeft, bijvoorbeeld door niet op het bedrijfsartsspreekuur te verschijnen of onbereikbaar te zijn voor je werkgever. Zodra je de controlevoorschriften weer naleeft, krijg je het opgeschorte loon alsnog.
Bij een loonstop is dit anders. Dit kan je werkgever bijvoorbeeld als sanctie opleggen als je jouw genezing ernstig belemmert of vertraagt, of als je zonder gegronde reden weigert om passend arbeid te verrichten. Werk je na de loonstop weer volledig mee aan je re-integratie? Dan krijg je het gestopte loon niet terug. Zorgt ook een loonstop er niet voor dat je volledig meewerkt aan je re-integratie? Dan kan dat reden zijn voor ontslag.
Wat als je werkgever niet genoeg meewerkt aan je re-integratie?
Ook je werkgever moet voldoen aan zijn plichten in je re-integratietraject. Bij de beoordeling van de WIA-aanvraag kijkt het UWV als eerste of je werkgever voldoende heeft gedaan. Zo niet, dan kan het UWV hem een loonsanctie opleggen: je werkgever moet je dan verplicht maximaal een jaar loon doorbetalen.
Vragen?
Wil je meer informatie over langdurige ziekte, re-integratie, en jouw rechten en plichten? Neem gerust contact met ons op. We zijn elke werkdag bereikbaar van 8.00 tot 18.00 uur, via 0345 851 963 en sc@unie.nl.