Op 19 september 2023 zijn er drie ledenbijeenkomsten geweest. Deze waren bedoeld om aan jou en jouw collega’s verslag te doen over de stand van zaken met betrekking tot de lopende cao-onderhandeling. In deze nieuwsbrief wil ik weergeven wat er besproken is en welke gevoelens er bij onze leden leven. Na drie cao-onderhandelingsrondes lijken de partijen steeds verder tegenover elkaar te staan. De Unie, maar ook haar collega vakbonden, hebben het gevoel tegen dovemans oren te praten.
De werkgeverszijde blijft vasthouden aan de referentiegroep en aan inflatiecijfers die niet gestoeld zijn op de officiële CPI, zoals cao-partijen al jaren doen. De benchmark voor de referentiegroep uit 2016, is door de ontwikkelingen in de tijd achterhaald. Het niet rekenen met de officiële CPI komt over als Cherry-picking. Wel erkent Aedes dat er een inhaalslag gemaakt moet worden, maar wat ze biedt is veel te laag. De Unie wil dat het ontstane koopkrachtverlies hersteld wordt en dat de loonsverhoging minimaal koopkrachtbehoud geeft en eigenlijk ook eens een koopkrachtverbetering. Een koopkrachtverbetering is al jaren niet meer voorgekomen!
Hoezo is 7% of 8% niet genoeg?
Aedes biedt 7% loonsverhoging en een eindejaarsuitkering van 1%, dus samen 8%. (Alle andere voorstellen van de bonden wijst Aedes daarbij af.) Als buitenstaander zou je denken, dat is toch mooi?!
Vijf redenen waarom het loonbod van Aedes rammelt:
- Meer dan de helft van de corporatiemedewerkers heeft te maken met een aanpassingsbedrag. De loonsverhoging voor deze mensen was daarom over 2022 en 2023 niet 5,4% doch slechts 3,6%. Gevolg: herstel van koopkrachtverlies, laat staan koopkrachtbehoud, kan hier nooit mee behaald worden. Werkgeverszijde weigert dit achterhaalde en daardoor inmiddels onrechtvaardige systeem los te laten.
- De eindejaarsuitkering van 1% wordt alleen toegekend aan de medewerkers die geen bedrijfseigen regeling hebben. Heb je wel een bedrijfseigen regeling dan wordt die 1% daarin geïncorporeerd. (Dan heb je dus de eindejaarsuitekering van 1% en een bedrijfseigen regeling waar die 1% is uitgehaald).
De Unie vindt het vreemd, dat deze regeling door Aedes is voorgesteld. Het is werkgeverszijde überhaupt niet bekend wat de omvang (zowel kwantitatief als kwalitatief) van deze bedrijfseigen regelingen is. Hoe kan werkgeverszijde dan stellen, dat de medewerkers koopkrachtbehoud hebben met het door hen gedane bod? Wordt hier nog iets uitgerekend of gaat het er alleen maar om, dat het voor de bühne leuk overkomt?
Bovendien kent de cao standaardbepalingen voor zover het beloningen betreft. Van een standaardbepaling mag je niet afwijken. Inmiddels is er in corporatieland een wildgroei aan bedrijfseigen regelingen ontstaan. Omdat de salarissen in de sector schijnbaar niet meer zo aantrekkelijk waren hebben werkgevers jou wellicht binnengehaald of binnengehouden met een bedrijfseigen regeling. En nu wil men dit weer verdisconteren met jouw loonsverhoging? Wie houdt hier nou wie voor de gek? Dus eerst zeggen ze je verdient te veel, we passen het aanpassingsbedrag toe, dan zijn ze bang dat je niet behouden blijft en geven ze je een bedrijfseigen regeling en dan wordt geprobeerd deze weer af te pakken door jou een minder hoge loonsverhoging te geven?! Best wel grappig eigenlijk. Werkgevers, zo hoor je een door jullie zelf gecreëerde wildgroei niet op te lossen!
- De werkdruk neemt toe. Hiervoor zijn verschillende oorzaken en ze pakken niet overal hetzelfde uit. Wel wordt over de hele linie gezien, dat het werk steeds zwaarder wordt door hogere eisen en door een steeds groter wordende krapte op de arbeidsmarkt. Om mensen te behouden en te vinden is het daarom belangrijk om toch minimaal te zorgen voor koopkrachtbehoud! Dat lukt niet met het gedane bod.
Integendeel: het te lage bod accelereert juist de trend die al gaande is. Medewerkers nemen ontslag en laten zich dan als zzp’er tegen een veel hoger loon weer inhuren. Of ze nemen ontslag om bij een andere woningcorporatie tegen een hogere schaal/salaris weer in dienst te treden (of elders en zijn daarmee verloren voor de sector, dus nog grotere krapte).
- Wellicht zou je in het meest gunstige geval met dit bod voor een deel van de medewerkers koopkrachtbehoud kunnen bewerkstelligen. Maar dan nog hebben de medewerkers weer geen koopkrachtverbetering. De Unie is altijd bescheiden in haar loonvraag, maar een keer na jaren zonder koopkrachtverbetering, is het toch niet te veel gevraagd eens een bescheiden koopkrachtverbetering te krijgen?
- Dit bod geeft geen blijk van waardering! Het loonbod is niet om over naar huis te schrijven en werkgevers bagatelliseren het tekort aan mensen (“valt wel mee, slechts in enkele functies en in slechts enkele regio’s speelt dit, bij ons speelt dit niet, we kunnen nog alles vervullen”). Over het aanpassingsbedrag: “ach, het is slechts nog twee jaar”. Onze leden laten weten dat ze de houding van werkgeverszijde arrogant vinden, ze hebben het gevoel dat er weer een loopje met ze genomen worden. De Unie denkt dat werkgeverszijde de onvrede onder de medewerkers onderschat.
Centen en procenten
De Unie wil eigenlijk niet nivelleren, onze loonvraag van 12,5%, afschaffing aanpassingsbedragen en 5 mei hebben we in de derde ronde iets losgelaten om een gezamenlijk looneis met de andere bonden te kunnen doen. Dat werd de € 83,- nominaal per maand en 11%, waarbij de aanpassingsbedragen dan wel toegepast mogen worden. Als werkgeverszijde toch vast wil houden aan procenten, dan willen wij een hoger nog vast te stellen percentage en moeten de aanpassingsbedragen losgelaten worden.
Op beide voorstellen is werkgever niet ingegaan. Daarop hebben wij gezegd eerst onze leden te willen spreken.
Conclusie naar aanleiding van de ledenvergaderingen
In alle drie ledenvergaderingen is aangegeven dat de gezamenlijke loonvraag te weinig is. Men vindt het heel belangrijk dat het systeem van de aanpassingsbedragen losgelaten wordt en dat de oude top van de schalen weer gehaald kan worden, ook voor nieuwkomers. De bereidheid om tot actie over te gaan is groot.
Contact
Zijn er vragen naar aanleiding van dit bericht neem dan contact op met de belangenbehartiger, Edith Werger via edith.werger@unie.nl