
Afgelopen maandag, 7 oktober, kreeg je een uitnodiging voor het live bijwonen van onze Unie-webinar Transitieplan Metalektro Wet Toekomst Pensioenen. Inmiddels heeft het webinar plaatsgevonden. Hamadi Zaghdoudi en ondergetekende, Gertjan Tommel, namen iedereen in een uur durend gesprek mee op reis in de grootste pensioenwijziging (tot nu toe) die aanstaande is. Hamadi noemt het in ons gesprek zelfs de grootste wijziging die ooit zal plaatsvinden. Je kunt de webinar terugkijken via deze link. Je kunt ook lekker gaan wandelen en luisteren naar het webinar via deze link. De webinar is een echte aanrader. Immers, wat is nu een uur luisteren waar het gaat om een levenslang (goed) pensioen? Het gaat uiteindelijk om het pensioen en wat De Unie daar met de ander vakbonden, werkgevers en pensioenfonds in de sector Metalektro over heeft afgesproken.
Sluit je nu aan, dit kan al vanaf €0,-
Oordeel De Unie over Transitieplan
Op het gevaar af dat ik weggezet word als de slager die zijn eigen vlees keurt, wil ik wel inzicht geven in hoe De Unie kijkt naar het resultaat versus de inzet die wij hebben gepleegd. Onze inzetbrief kun je hier nog een keer lezen. Het transitieplan kun je hier lezen; de volledige 114 pagina’s. De Unie heeft gekozen zich te beperken tot inzet op acht (8) belangrijke en overkoepelende thema’s. Deze onderwerpen zijn:
- Ambitie
- Premie
- Pensioengrondslag
- Nabestaandenpensioen (NP), (PartnerPensioen (PP) en WezenPensioen (WP))
- Excedentregeling
- Compensatie afschaffing doorsneesystematiek
- Buffers (Solidariteitsreserve)
- Invaren
De excedentregeling (doel 5) is een voortzetting van de huidige systematiek en daarmee aanvaardbaar. De compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek vindt wel plaats maar is niet via de premie. Daardoor betalen de werkgevers niet mee aan de transitie. Een gemiste kans en daardoor oordeelt De Unie dit als deels gehaald en deels niet gehaald.
Alles overziend geeft De Unie een positief advies aan jou over dit transitieplan. We hopen dat jij het plan met hetzelfde positieve gevoel ontvangen. We denken dat we met dit resultaat de balans houden tussen enerzijds buffers aanhouden en inzetten daar waar ze nodig zijn én pensioenvermogen toe/uitdelen daar waar het verantwoord is. De toekomst zal leren of we de juiste keuzes hebben gemaakt. Feit is ook dat het huidige pensioensysteem ook niet zaligmakend is.
Stemming Transitieplan
Heb je geluisterd en heb je je mening gevormd? Of heb je het transitplan gelezen? Of laat je je leiden door het oordeel van De Unie? Of alle drie? De leden hebben een uitnodiging ontvangen om te stemmen over het tranistieplan. Met een ja ik kan leven met het opgestelde transitieplan, stem je in met het transitieplan. Met een nee ik kan niet leven met het opgestelde transitieplan, stem je tegen het transitieplan. Met een onthouding laat je de keuze over aan anderen. En dat mag ook.
De leden kunnen stemmen tot en met vrijdag 1 november 13:00 uur.
Heb je nog wat meer informatie nodig? Lees dan verder. Hieronder volgt een uitgebreide samenvatting van het transitieplan.
Proces
Met zo’n 1.600 miljard euro aan pensioenvermogen gaat het over veel geld. In onze sector Metalektro bouwen we pensioen op bij PME. PME heeft op dit moment zo’n 55 miljard euro aan pensioenvermogen. Dat geld is van jou en jou mede-deelnemers. Het is naast je maandelijkse loon de duurste arbeidsvoorwaarde die je hebt. Om die reden heeft De Unie daar de afgelopen twee jaar de nodige bloed, zweet en tranen aan gespendeerd. Dat verdien jij ook. In het afgelopen jaar is het proces in een sneltreinvaart gekomen. Dat had er alles mee te maken dat de Wet Toekomst Pensioenen ook daadwerkelijk door de Tweede én Eerste Kamer is aangenomen medio 2023.
Hoofdlijnenakkoord
We hebben meerdere formele en informele gesprekrondes gehad. De onderhandelingen lagen een tijdje stil door de weigering van de werkgevers om de ploegendiensttoeslag pensioengevend te maken. Toen die hobbel genomen was, lag er vrij snel een hoofdlijnenakkoord. Dat hoofdlijnenakkoord kun je hier inzien en downloaden.
Technische commissie
Nadat het hoofdlijnenakkoord tot stand was gekomen, is er een technische commissie in het leven geroepen. Namens vakbonden zat in die technische commissie Hamadi Zaghdoudi. Ook het pensioenfonds nam deel aan deze commissie evenals een actuaris die namens de werkgevers optrad. Regelmatig zat De Unie met Hamadi rond de tafel om dilemma’s, uitgangspunten en uitwerking te bespreken. De Unie heeft op verschillende concepten constructieve inbreng gepleegd en daarmee is het transitieplan duidelijker en evenwichtiger geworden.
VGPME
In het hele proces is de Vereniging Gepensioneerden PME gehoord. De vereniging heeft minutieus en uitgebreid vragen gesteld over het concept transitieplan. Met veel respect heb ik de inbreng van deze vereniging op belangrijke onderdelen ondersteund. Op basis van onze gesprekken met de VGPME zijn er aanpassingen gedaan aan het transitieplan. Het stuk is er beter door geworden.
Kenmerken van de nieuwe pensioenregeling
De basispensioenregeling in de Metalektro, zoals beschreven in het transitieplan, is een solidaire premieregeling die ingaat op 1 januari 2026 (of later indien nodig). Hieronder de belangrijkste kenmerken:
- Type regeling: Een solidaire premieregeling, waarbij beleggingsrisico’s en risico’s zoals overlijden, arbeidsongeschiktheid en langleven collectief worden gedragen. De nadruk ligt op stabiliteit en koopkrachtbehoud, boven maximale opbrengst.
- Toetredingsleeftijd: 18 jaar.
- Pensioenleeftijd: De eerste dag van de maand waarin de deelnemer 68 jaar wordt. Deelnemers kunnen echter eerder of later met pensioen gaan.
- Pensioengrondslag: Het pensioengevend salaris (tot een maximum, jaarlijks aangepast, 2024: 89.329 euro) minus de franchise (ook jaarlijks aangepast, 2024: 17.545 euro). Het pensioengevend salaris omvat het vaste jaarsalaris inclusief vakantietoeslag, vaste jaarlijkse uitkeringen (zoals 13e maand), oververdienste en provisie. De ploegendiensttoeslag wordt geleidelijk (over 5 jaar) meegenomen in de pensioengrondslag.
- Premie: 27,98% van de pensioengrondslag (tot en met oktober 2029), tenzij sociale partners anders besluiten. Het werkgeversdeel bedraagt minimaal 61,08%.
- Pensioendoelstelling: Een ouderdomspensioen ter hoogte van 80% van de gemiddelde pensioengrondslag over 43 jaar, samen met een partnerpensioen van 50% bij overlijden na pensionering.
- Uitkeringsvorm: De uitkering is variabel na pensionering.
- Flexibiliteit: Deelnemers kunnen eerder of later met pensioen gaan (binnen wettelijke grenzen), en kunnen maximaal 10% van hun pensioen als een eenmalig bedrag opnemen. Daarnaast kunnen deelnemers ook kiezen voor een hoog/laag variant waarbij er eerst een aantal jaren meer wordt uitgekeerd en daarna levenslang minder.
- Nabestaandenpensioen: Een partnerpensioen en wezenpensioen zijn verzekerd op risicobasis. Bij overlijden vóór pensionering ontvangt de partner 20% van het salaris (plus een tijdelijke uitkering van 5.000,- euro), en elk kind 10% van het salaris (20% indien beide ouders overleden). Bij overlijden na pensionering wordt 50% van het ouderdomspensioen als partnerpensioen uitgekeerd, maar dit percentage is aan te passen op pensioendatum.
Belangrijk: Dit is een samenvatting van de basisregeling. De volledige regeling en alle details staan beschreven in het complete transitieplan en bijbehorende bijlagen.
Zekerheden inbouwen
Het huidige pensioenstelsel kent een hoge mate van zekerheid door het aanhouden van hoge buffers (tot wel 20% van het pensioenvermogen). Deze buffers zijn zo hoog omdat ze voor alle deelnemers aangehouden moet worden. Jong en oud hebben dezelfde buffer.
In het nieuwe pensioencontract bouwen we nog steeds zekerheden in, maar niet voor iedereen in dezelfde mate. Jonge deelnemers kunnen meer risico lopen in de beleggingen omdat ze een lange horizon hebben om eventuele negatieve schokken op te kunnen vangen. Oudere deelnemers hebben die tijd niet en die wil je dan ook extra beschermen. Voor deelnemers vanaf 60 jaar hebben we de zogenaamde solidariteitsreserve in het leven geroepen. Deze vullen we vanuit het fondsvermogen met minimaal 1% en maximaal 5%. We hebben het dan over zo’n 550 miljoen tot 2,75 miljard. De pensioenuitkeringen zijn momenteel zo’n 1,5 miljard. De solidariteitsreserve kan daarmee minimaal 3 jaar lang een schok van min 10% absorberen (bij een reserve van 550 miljoen).
Die maximaal 5% solidariteitsreserve is beduidend minder dan de 20% buffer die nu wordt aangehouden. Dat is ook de belangrijkste reden dat er in het nieuwe pensioensysteem eerder extra pensioen kan worden toegekend en uitgekeerd. De keerzijde is ook waar, het leidt er ook eerder toe dat het pensioenvermogen daalt en de uitkeringen lager worden.
Compensatie afschaffen doorsneesystematiek
De doorsneesystematiek is een manier om pensioenen te berekenen in Nederland. In plaats van individuele potjes voor elke deelnemer – waar we met de solidaire premieregeling naar overstappen – wordt er een gemiddelde berekend voor de gehele groep deelnemers van PME. Iedereen, jij als werknemer en jouw werkgever, betaalt dezelfde premie (totaal 27,98% over het pensioengevend salaris) aan het pensioenfonds. Vervolgens kreeg je van het pensioenfonds een levenslangs jaarlijks recht (opbouwpercentage over jouw pensioengevend salaris) op pensioen. Deze pensioenopbouw was niet direct gerelateerd aan jouw premiebetaling. In plaats daarvan werd de totale premiepot van alle deelnemers verdeeld over alle deelnemers, rekening houdend met factoren zoals leeftijd en verwachte levensduur. Jonge deelnemers subsidiëren hierbij impliciet oudere deelnemers. Dit omdat de premie van jongeren langer kan renderen en dan die van oudere deelnemers, maar beide deelnemers toch evenveel pensioen opbouwden.
Door de overstap van de doorsneesystematiek naar individuele pensioenpotjes, is die subsidie van jong naar oud verdwenen. Maar dat betekent wel dat een groep van 37 tot 67 jaar nu geen subsidie ontvangen die ze wel gegeven hebben én daardoor naar verwachting minder pensioen krijgen als we hen niet compenseren. We hebben afgesproken dat we deze groep wel compenseren. Waarbij mensen tussen de 50 en 55 jaar de hoogste compensatie ontvangen omdat die het grootste nadeel ondervinden.
Deze compensatie wordt betaald uit het fondsvermogen. Uit de rekensommen blijkt dat met een minimale compensatie van tenminste 1,5% van het fondsvermogen alle deelnemers zodanig gecompenseerd worden dat ze er niet op achteruit gaan ten opzichte van het huidige pensioencontract. We sturen op 3,5% van het fondsvermogen omdat dan de effecten van de afschaffing doorsneesystematiek volledig kunnen worden gecompenseerd. In onderstaande figuur zie je hoeveel compensatie er aan de verschillende leeftijdscohorten wordt toegekend. Dit wordt uitgedrukt als percentage van de pensioengrondslag.
Voorbeeld: Ben je 56 jaar dan krijg je bij een volledige compensatie (vanuit de 3,5% van het fondsvermogen) 40% van de pensioengrondslag als extra pensioenvermogen mee. Verdien je bijvoorbeeld 57.545 euro dan is de pensioengrondslag 40.000 euro. Je ontvangt dan 16.000 euro aan compensatie.
Het is natuurlijk fijn dat we het fonds bereid hebben gevonden om deze compensatie te financieren. Maar het komt natuurlijk wel uit het geld van het totaal aan deelnemers. Jouw geld. Om die reden wilde De Unie deze compensatie uit extra premie financiering. Door middel van extra premie betalen werkgevers namelijk ook mee (minimaal 61,08%) aan de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Omdat alle risico’s vanaf datum ingang van het nieuwe pensioencontract bij de deelnemers komt te liggen. Wij vinden het dan ook evenwichtig dat werkgevers ook een extra steentje bijdragen. Om die reden kleurt dit onderdeel voor De Unie oranje, de compensatie is gerealiseerd maar uit de verkeerde financieringsbron. Overigens is dit voor De Unie geen reden om het transitieplan af te wijzen.
Wat betekent dit transitieplan nu voor jou?
Om je enigszins houvast te geven in wat dit nu voor jou als deelnemer betekent, kopieer ik hier Figuur 1 uit pagina 32 van het Transitieplan. Dit figuur laat de verwachte uitkeringen zien in drie scenario’s ten opzichte van het FTK (=100%). Rood is het slecht weer scenario. Blauw is het halfbewolkte/waterig zonnetje scenario (mediaan) en groen is het zonnige weer scenario. De stippellijn is voor de slapers. De dikke lijn is voor actieven en gepensioneerden.
Figuur 1 Verwachte uitkeringen – Dekkingsgraad 110% inclusief volledige compensatie
Van links naar rechts ga je van een 18-jarige naar een 85-jarige deelnemer. De tabel onder de figuur laat zien hoe hoog de verwachte uitkeringen zijn ten opzichte van het huidige systeem (FTK) voor verschillende leeftijden in de drie verschillende scenario’s. In het groene en blauwe scenario (goed en gemiddeld) springen alle leeftijden er positief uit. In het rode scenario (slecht) gaan de 60-minners minder krijgen dan in het huidige FTK. De 60-plusser springen in dit slechte scenario er nog steeds positief uit.
Voorbeeld: in het mediane (blauwe) scenario is de verwachte pensioenuitkering voor een 30-jarige 109% en voor een 45-jarige 104% en voor een 55-jarige 103%. Dat betekent dat de deelnemers van die leeftijd naar verwachting respectievelijk 9%, 4% en 3% meer pensioen krijgen bij pensionering dan in de huidige pensioenregeling.
Op basis van deze gegevens is De Unie van mening dat we er in ieder geval voor zorgen dat in het gemiddelde scenario het nieuwe pensioencontract tot betere resultaten leidt dan het huidige pensioencontract. En daarmee voldoet het wat De Unie betreft aan het uitgangspunt dat niemand door de overgang erop achteruit mag gaan.
Vragen?
Wellicht roept deze oproep om te stemmen en de toelichting op het transitieplan vragen bij je op. Stel ze vooral door een email te sturen naar gertjan.tommel@unie.nl. Bellen mag ook op nummer 06-5252 2034. Maar klim pas in de pen of grijp de telefoon nadat je de webinar gekeken of de podcast geluisterd hebt. Daar gaan we veel uitgebreider in op het waarom, het hoe en het wat van de gigantische pensioenoperatie. Maar schroom daarna niet om je vraag te stellen. We beantwoorden je vraag graag.