CZ: stemming onderhandelingsakkoord CZ

29 juli 2021

Op vrijdag 9 juli 2021 heeft De Unie een onderhandelingsakkoord gesloten met CZ over een nieuw sociaal plan. Op de ontslagvergoeding hebben we helaas een stap terug moeten zetten. Maar de lange duur van dit akkoord is positief. En ook op andere gebieden zijn verbeteringen bereikt. De Unie legt het daarom met een positief advies aan de leden voor.

Ontvang jij onze nieuwsbrief nog niet? Schrijf je dan snel in.

Tekst

Er is na 9 juli nog enige tijd nodig geweest om de gemaakte afspraken op een correcte manier te verwoorden. Dit is nu gelukt. De samenvatting van de afspraken en de toelichting is hieronder opgenomen. Lees je liever de formele tekst van het akkoord? Dat kan dat hier. Wil je het huidige sociaal plan CZ 2018 – 2021 nog eens nalezen. Dit sociaal plan staat op de website van De Unie maar je kunt het ook hier lezen.

Stemming

Het onderhandelingsakkoord wordt pas omgezet in een sociaal plan als de leden van de vakorganisaties instemmen. De leden hebben bericht ontvangen om te kunnen stemmen over dit sociaal plan. Vanwege de vakantieperiode is er een extra lange stemperiode van kracht en kan er gestemd worden tot en met zondag 5 september 2021.

Samenvatting

De belangrijkste afspraken zijn:

De looptijd is van 1 juli 2021 tot 1 juli 2025, dus een periode van vier jaar.
De beëindigingsvergoeding wordt berekend op basis van de transitievergoeding zoals deze door de overheid is vastgesteld in 2020. Dit is een lagere transitievergoeding dan bij de aanvang van het vorige sociaal plan was overeengekomen.
We hebben afgesproken dat partijen met elkaar in gesprek kunnen gaan als de overheid weer de transitievergoeding wijzigt (of een andere wetswijziging doorvoert). Dit betekent dat we de opening hebben om tussentijds de beëindigingsvergoeding aan te passen. Als een van de partijen het sociaal plan tussentijds wil wijzigen dan ontvang je daarover bericht van De Unie.
De periode van preventieve mobiliteit wordt op verzoek van CZ teruggebracht van twaalf naar zes maanden.
De proef met een Vrijwillige Vertrekregeling (VVR) is succesvol geweest. Daarom wordt dit instrument ook opgenomen in dit sociaal plan. We hebben duidelijke afspraken gemaakt over de opzegtermijn omdat dit in de proef tot vragen heeft geleid. De minimumopzegtermijn is één maand. Wil de kandidaat direct weg, dan kan dat alleen in overleg. De vergoeding blijft negen maandsalarissen.
De ontslagvergoeding voor de groep medewerkers tot en met 39 jaar blijft ongewijzigd met een correctiefactor van 1.1.
De categorie ouder dan 50 jaar en minder dan tien dienstjaren kent per 1 juli 2023 een correctiefactor van 1.6 en gaat daarmee op in de categorie ouder dan 40 jaar.
De categorie ouder dan 40 jaar kent gedurende de looptijd een factor van 1.6, net als nu. Per 01 juli 2025 (dus na de looptijd van dit sociaal plan) zal de factor worden verlaagd naar 1.4.